Op 24 januari 2019 vond de zesde sectorbijeenkomst van het Lerend platform Energie & Omgeving plaats op het Stadskantoor Utrecht. Naast de leden van LEO waren er veel nieuwe gezichten. Mensen die te maken hebben of krijgen met de RES waarvan over een krap half jaar het eerste bod klaar moet liggen. Dat terwijl er nog veel vragen en onduidelijkheden zijn. Een goede reden om met elkaar in gesprek te gaan en van elkaar te leren. De kleine setting waarin tijdens de sectorbijeenkomsten van LEO wordt gewerkt zorgt ervoor dat veel kennis en ervaring wordt ingebracht. Deskundigen leiden het onderwerp in en ervaren gespreksleiders zorgen ervoor dat iedereen kan meedoen met het gesprek. Mensen nemen aan het eind van de bijeenkomst echt iets mee naar huis.
Zita van Aggelen, programmamanager LEO, benadrukte de urgentie van het thema. ‘Hoe betrek je de burgers bij de energietransitie? Het gaat dan om het voortraject. Burgers willen wel, maar weten niet waar ze zich moeten melden.’ Dat bleek ook uit een goed gesprek met de burgers van het buurtschap Reeth, dat zich met veel projecten geconfronteerd zag maar altijd coöperatief bleef.
Ook Age Yska, voorzitter van LEO, weet uit eigen ervaring wat het belang is van in gesprek gaan met mensen. Een gesprek waarbij écht wordt geluisterd naar iemands bezwaren. Waarbij je probeert dezelfde taal te spreken zodat er vertrouwen komt. Een gesprek dat wordt afgesloten met een vriendelijke handdruk en de mooie opmerking: ‘u bent de enige die in al die tijd naar mij heeft geluisterd.’
Parijs in de praktijk
De Eiffeltoren, verlicht door lantaarns, is te zien in de presentatie van Vera Pieterman, Plv. Directeur Warmte en Ondergrond Ministerie van EZK. Haar beeld bij de RES is Parijs in de praktijk; met elkaar bedenken hoe Nederland eruit gaat zien. We weten al best veel over het klimaatakkoord en de RES. Met de RES zal een groot deel van het nog te sluiten klimaatakkoord uitgevoerd moeten gaan worden. Nederland is verdeeld in 30 RES regio’s en het centrale thema is participatie. Omdat het om ruimte en landschap gaat, het iedereen raakt, het geld kost en er regionale verschillen zijn, is de aanpak regionaal. Dit loopt vooruit op de Omgevingswet. RES’en is echt pionieren. Wat belangrijk is om in de RES te kunnen realiseren is participatie, zodat alle belanghebbenden zijn betrokken. En een RES is natuurlijk ruimtelijk, dus onderwerpen als klimaatadaptatie, ontwikkeling van de natuur, etc. moeten erin geregeld worden.
Vrijheid maar niet vrijblijvend
Anders dan bij het energieakkoord is de RES techniekneutraal. De regio’s hebben de vrijheid te kiezen op welke manieren de 49% CO2-reductie gehaald wordt. Vanuit de centrale overheid wordt de data echter wel gemonitord en is er een planning die gehaald moet worden. Er worden eenduidige afspraken gemaakt zodat er vergeleken kan worden. Het nog te sluiten klimaatakkoord is niet mogelijk als elke regio eigen definities heeft. De regio’s moeten inzage geven in welke bijdrage ze gaan leveren; welke bronnen worden benut en welke infrastructuur is nodig, bij voorkeur met kaarten en zoekplaatjes. Binnen een half jaar na het klimaatakkoord moet de eerste versie RES per regio zijn opgeleverd voor doorberekening door het planbureau. Dan duurt het nog een half jaar totdat de RES per regio definitief is.
Verbinding nationaal - regionaal
In de regio’s wordt een beeld gemaakt van hoe Nederland eruitziet. Op regionaal niveau moeten partijen die iets kunnen bijdragen in een stuurgroep o.i.d. zitten. Met de 30 regio’s wordt een nationaal programma opgericht.
Het nationale programma gaat een aantal dingen doen:
- regio’s ondersteunen in kennis met data
- vergelijken
- organiseren van lerende bijeenkomsten
Ook is het nationale programma verantwoordelijk voor het bereiken van het doel. Zij kijken naar het tempo van de RES’en, hebben gesprekken daarover en betrekken er goede partijen bij. Zij leggen de verbinding tussen de regio’s en het nationale niveau omdat we daar ook veel dingen doen die invloed hebben op de RES. De centrale overheid laat regioambassadeurs aan tafel luisteren naar de regionale discussies, bijv. de aansluiting op de netten waar tekorten zijn. Dit versnelt de discussie daarover zodat er een gesprek met de netbeheerders kan komen om het op te lossen.
Participatie is een ongoing proces
Participatie moet niet stoppen, anders kom je niet tot realisatie. Als dit goed loopt wordt het een ongoing proces met een doorlopende participatie. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die groter is dan het eigenbelang. Het helpt te zoeken naar hoe je belemmeringen bij de ander kunt weghalen. De centrale overheid ziet zichzelf niet als scheidsrechter. Het is de bedoeling dat echt lastige problemen met elkaar worden opgelost.
Verslagen van de deelsessies
per gespreksleider:
Een fotoverslag van de bijeenkomst vindt u hier.
Promofilmpje Platform LEO
Tijdens de sectorbijeenkomst zijn opnamen gemaakt voor een kort promofilmpje over LEO: