Onder de noemer "LEO Onderzoekerspodium" verschijnt in aanloop naar de Sectorbijeenkomst op 16 mei elke twee weken een gastblog door een onderzoeker op onze website. Ebe Blok bijt met zijn blog het spits af.
Draagvlak creëren vraagt om een plan!
Hoe moet participatie eruitzien? Wat is het doel? Is de participatie gelukt als iedereen tevreden is met de uitkomst? Er is veel onduidelijkheid over de invulling van burgerparticipatie. Het Klimaatakkoord zegt er niks over en de Omgevingswet legt de verantwoordelijkheid voor de invulling bij de initiatiefnemers van grote projecten.
Wat we wel weten, is dat mensen de eerlijkheid van een besluitvormingsproces beoordelen op twee onderdelen:
- hun invloed op de uitkomst van het besluitvormingsproces
- hun invloed op de totstandkoming van het besluitvormingsproces
Aan het laatste hechten zij de meeste waarde (Thibaut & Walker, 1975). Dat bleek ook uit mijn eigen onderzoek.
Vertrouwen komt te voet en gaat te paard
De gemeente Utrecht heeft in Rijnenburg en Reijerscop drie verschillende vormen van participatie toegepast (in de vorm van stadsgesprekken, een uitwerkingsgroep en werkbijeenkomsten). Alle drie de vormen beloofden een zorgvuldig participatieproces. Belofte maakt schuld en schept bovendien verwachtingen. Als daaraan niet wordt voldaan, ervaren mensen het als oneerlijk. Dat onthouden ze. Als er vervolgens wordt voortgeborduurd op resultaten van processen die als oneerlijk worden ervaren, dan worden de uitkomsten van volgende participatieprocessen ook als oneerlijk beschouwd. Dat zag ik bij Rijnenburg & Reijerscop. Gedurende het proces steeg het wantrouwen over de goede bedoelingen van de gemeente en initiatiefnemers. Omwonenden voelden zich steeds minder serieus genomen.
Waar blijft de beloofde participatie?
Goede bedoelingen tot participatie ontsporen gemakkelijk. Dit kun je voorkomen met een duidelijk plan voor burgerparticipatie dat vooraf klaarligt. Het vertrouwen van de burger is snel verloren dus er is geen tijd om verschillende vormen van participatie uit te proberen.
Dat is de grote uitdaging bij de implementatie van het Klimaatakkoord en de Omgevingswet.
Hoe richt je het proces in?
Op basis van mijn onderzoek heb ik drie aanbevelingen voor het inrichten van een burgerparticipatieproces bij energieprojecten:
- Ga in een zo vroeg mogelijk stadium de discussie aan. Maak duidelijk waarom een bepaald energieproject nodig is in de directe omgeving van mensen. Laat mensen meepraten en zorg ervoor dat zij zich gehoord voelen, nog voordat er wordt gesproken over locaties van windmolens of zonneparken.
- Betrek vanaf het begin iedereen bij de participatie. Sluit geen personen of groepen uit. Uitsluiting zorgt voor een toename van wantrouwen en weerstand tegen energieprojecten. Het terugwinnen van vertrouwen gaat moeizaam.
- Laat omwonenden meedenken over de invulling van het participatieproces. Zorg daarbij voor duidelijke kaders: wat kan de burger verwachten? Welke procesafspraken moeten er worden gemaakt? Hoe houd je de omgeving op de hoogte? Invloed op de totstandkoming van een besluit is van groot belang voor omwonenden. Betrek hen dan ook bij de vormgeving van het participatieproces.